Alsof een oude spoorweg een nieuwe bestemming krijgt
Som om en gammel tågväg få en ny öde
Drie kinderen had ik:
Elise het oudste meisje was toen 7 jaar, Vincent bijna 5 en Bas nog geen 2.
Ik hield van ze en houd nog steeds van ze.
Nooit,nooit wilde ik deze kinderen pijn doen.
In de tijd van mijn zwangerschap overleed mijn moeder aan darmkanker, op 53 jarige leeftijd.
Wat heeft zij de laatste maanden van haar leven geleden. Alléén haar pijn hebben moeten doorstaan en vooral haar angsten. Want die zal zij hebben gekend! Slechts één week in die periode heb ik iets meer contact met haar gehad dan ooit daarvoor.
Ik had een week vrij kunnen nemen van school om die tijd bij mijn ouders door te brengen, voor mijn moeder te zorgen.
Na die week haalde mijn man mij op van het station. We waren nog niet bij de voordeur, of ik begon enorm te huilen. 'Waarom huil je?' vroeg mijn man.
In die dagen waren mijn moeder, mijn vader en ik, zonder veel woorden, er voor elkaar geweest, was er verbondenheid.
Maar evenveel was er niét gezegd.
Waar ik jaren later pas over ben gaan nadenken. Wie was deze vrouw, mijn moeder. Was zij gelukkig?
In haar huwelijk had zij zichzelf weggecijferd. Was dit met volledige instemming gebeurd, of kon zij niet anders?
Zo vaak zie ik nog de verbeten trek om haar mond, een bijna verbeten glimlach.
Nu weet ik dat deze vrouw tekort is gekomen.
Maar zij was wel mijn voorbeeld. Dat betekende, je man dienen, er voor je gezin zijn.
De laatste keer dat ik in het ziekenhuis aan haar bed stond, lag ze daar: boos!
Ze wilde niet dood: 'Waarom ik?'
Haar buik was dik van de kanker, mijn buik begon te groeien van ons eerste kindje.
Ik heb haar er in gekend, maar ze wist dat ze de geboorte niet mee zou maken, haar kleinkind zou ze niet zien.
Ruim 4 maanden later werd ons dochtertje geboren, een prachtig meisje, Elise.
Nu was ík moeder.
Dit is een gedeelte uit hoofdstuk 2.
Wordt vervolgd.
Leefse
Aleke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten